Inspiratiecafé Verbindend Bouwen

Inspiratiecafe

Inspiratiecafé Verbindend Bouwen
Woensdagavond 5 februari 2025
Locatie: Café De Engel Houten
Georganiseerd door NatúúrlijkHouten

Houten groeit en bouwt nieuwe woningen. Zowel in de bestaande omgeving als in een uitbreiding. Dat betekent een grote uitdaging. Niet alleen in de ontwikkeling en realisatie van de bouwprojecten. Vooral ook in het versterken van bestaande buurten door de toevoeging van woningen en het ontwikkelen van nieuwe buurten in de nieuw te ontwikkelen wijk. Buurten waar mensen prettig wonen, sociaal verbonden zijn en zich inzetten voor hun buren en leefomgeving.

Om iedereen die bij die uitdaging en de groei van Houten is betrokken te inspireren, en hoe je ‘verbindend’ kunt bouwen, nodigde NatúúrlijkHouten twee boeiende en deskundige sprekers uit om een inleiding te houden:

Dr. Celine Janssen  - TU Delft | Stichting Kennis gebiedsontwikkeling
Anneke Jongerius - Placemaker bij AM, Gebiedsontwikkelaar: ontwikkelaars van Impact.

Presentatie Celine Janssen: Sociale duurzaamheid in gebiedsontwikkeling - sturen op een onvast doel

De sociale uitdagingen bij gebiedsontwikkeling nemen toe. Er zijn steeds meer uitgesproken sociale doelen. Het gaat om veel meer dan fysieke en ruimtelijke ingrepen. Ook om leefkwaliteit, klimaat, eerlijke verdeling, sociale rechtvaardigheid, welzijn en inclusiviteit. Om de leefkwaliteit van mensen te vergroten: voor het individu en het collectief op een sociaal rechtvaardige manier. Nu en in de toekomst is sociale duurzaamheid belangrijk!

Om sociale duurzaamheid te bevorderen wordt veelal een gemeenschappelijke tuin, gezamenlijke wasruimte of lokale buurtmarkt met een koffie- en broodjespunt voorgesteld. Vaak gebaseerd op impliciete aannames van architect en ontwikkelaar. Dit sluit echter niet altijd aan bij behoeftes van de bewoners. Denk aan een gemeenschappelijke tuin. Bewoners die niet van tuinieren houden, gaan niet deelnemen aan het onderhoud. Dat kan een knelpunt worden in het succes van de collectieve voorziening die bedoeld was om de sociale contacten te bevorderen.

Een fysieke voorziening betekent niet automatisch dat bewoners elkaar daar gaan opzoeken voor ontmoeting en verbinding. Denk aan het voorbeeld van de fiets. Een fiets hebben leidt nog niet direct tot het gebruik ervan. Daarbij spelen diverse factoren een rol: fysieke conditie, technische staat, weersomstandigheden, cultuur en behoefte.

Sturen op sociale leefkwaliteit is dus meer dan fysieke voorzieningen. Stel vooraf de vraag: voor wie, waarvoor en met welke middelen? En stel vooraf de doelen vast op het gebied van leefbaarheid en welzijn van mensen, Een goede samenwerking tussen bijvoorbeeld zorginstanties, ontwikkelaars, beheerders, woningcorporaties is cruciaal om belemmeringen weg te nemen. En inzicht in wat (toekomstige) bewoners belangrijk vinden en wat de behoeftes zijn.

Stel vragen hoe je de samenwerking inricht, wat bewonerswensen zijn en hoe je de financiering en het beheer rond krijgt. Twee voorbeelden zijn de wijken DrottningH, in Helsinborg (Denemarken). En Aspern Seestadt in Wenen. DrottingH was een bestaande wijk die werd geherstructureerd. Dialoog was het vertrekpunt. Veel inwoners werden intensief geïnterviewd en er vonden diverse kleine participatieprojectjes plaats. Eerst vertrouwen krijgen, dan pas slopen.  In Aspern Seestadt is een nieuwe wijk op een voormalig vliegveld gerealiseerd. Er waren geen bewoners. Een groep toekomstige bewoners werd het buurtteam dat in het ontwikkelingsproces als oren en ogen schakelde met de ontwikkelaars. In de wijk functioneert inmiddels een compleet gebiedsbeheerteam dat veel activiteiten organiseert. Zoals bijvoorbeeld wekelijks buurtontbijt.

Presentatie Anneke Jongerius: Social Impact

AM is een maatschappelijk gedreven gebiedsontwikkelaar uit Utrecht. AM ontwikkelt niet alleen woningen maar wil aantrekkelijke, duurzame, gezonde en sociale buurten ontwikkelen met een mix aan functies. In het werk van de placemaker zijn vanaf de allereerste start inwoners, toekomstige bewoners en andere betrokkenen actief in diverse rollen: mee weten, meedoen en meebeslissen. De essentie van een buurt (wonen, werken, passeren) is vertaald naar 10 gouden regels. Uiteindelijk is placemaking een leuke buurt maken.

Social impact kwadrant bestaat uit deel fysieke zaken: ontwerp, voorziening, samenstelling diversiteit aan woningen, etc. En het niet-fysieke deel: participatie en placemaking gevolgd door community en betrokkenheid. In het participatieproces wordt het DNA van de buurt in een workshop vastgelegd: wat is er al, wie zijn er al en wat leeft er in de wijk? Met de bewustwording ‘jouw wijk is een plek van betekenis’ zorgt de placemaker voor tijdelijke voorzieningen en events. En richt als het mogelijk is een meedenkgroep op. Met een lokaal persoon als vast aanspreekpunt (community manager).

Het is belangrijk dat via diverse communicatiekanalen regelmatig contact is met (toekomstige) bewoners en inwoners van een gemeente. Denk aan website, berichten en blogs op socials en events. Zorg ook voor een fysieke woonkamer in de buurt als een belangrijke ontmoetingspunt voor koffie en spelletjes. Bijvoorbeeld bij het projectbureau. Zo kun je in de projectfase al starten met community building. Ook via bijvoorbeeld apps. Begin zo vroeg mogelijk in het ontwikkelingsproces met deze activiteiten. Ga je bouwen op een plek waar nog niets is en niemand woont? Ga dan verbinding maken met de inwoners die dicht in de buurt wonen en leven. En doe straatinterviews en bezoek lokale events om een beeld van het DNA te krijgen.

Bij participatie is een visie voorwaardelijk en is het belangrijk welk doel je voor ogen hebt. Via participatieprocessen ga je vervolgens de diverse perspectieven en culturele verschillen ontdekken. Doe aan verwachtingsmanagement want alle wensen realiseren is niet mogelijk. Wel in gesprek gaan en samen een oplossing zoeken. Zo kun je polarisatie voorkomen.  Sociale woningbouw moet in een buurt zorgvuldig gemengd worden. Is een eerste deel van een project opgeleverd. Betrek deze bewoners dan actief bij het vervolg.

AM evalueert steeds alle projecten om er weer van te leren. Waarom werken dingen wel en waarom niet? Deze leerpunten worden altijd meegenomen bij vervolgprojecten.

Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO): goed om je door professionele partijen te laten bijstaan.

Het tweede deel van de avond werden vragen van de deelnemers verzameld. De antwoorden zijn zoveel mogelijk verwerkt in bovenstaande samenvatting van de presentaties van de sprekers.

Dit artikel delen: